Het kapitaal is verreweg de belangrijkste factor in het hedendaagse kapitalisme; de twee andere productiefactoren, arbeid en grondstoffen, zijn volkomen ondergeschikt aan het kapitaal. Dat is een gevolg van het sinds de jaren tachtig overheersende (neo-)liberalisme! In de onderstaande driehoek staat het kapitaal dan ook bovenaan; grondstoffen en arbeid vormen de basis van de driehoek. Dat betekent, dat zo wel de mensen als de aarde uitgebuit worden en dat alles draait om het kapitaal verder te laten groeien. Het is een zogezegd ‘vulgair’ kapitalisme; sociale aspecten en het milieu doen er niet echt toe!
Deze constructie heeft natuurlijk haar prijs: het kapitaal heeft het helemaal voor het zeggen. En dan vooral de zogenaamde ‘financiële markten’. Dit Angelsaksisch kapitalisme, ook wel eens Angelsaksisch model genoemd, komt van oorsprong vooral uit de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Vandaag de dag is het model in vrijwel de gehele westerse wereld de baas. Mensen moeten zichzelf maar redden. De ondernemers en marktwerking staan voorop. Geen regels voor ondernemers. En de sociale zekerheid moet zo veel mogelijk beperkt worden: en ook zo weinig mogelijk overheidsingrijpen!
De Angelsaksische economie wordt gebruikt in Engels sprekende landen zoals Groot-Brittannië, de Verenigde Staten, Canada, Ierland, Australië en Nieuw Zeeland. Het is een kapitalistisch macro-economisch model, waarin regulatie en belastingen laag zijn en de overheid weinig diensten verstrekt.
Bron: Wikipedia
Dit model laat zo veel mogelijk aan de markt over; dat zou goed zijn en altijd het beste resultaat opleveren. Daarom wordt de marktwerking niet alleen voor de markt gebruikt: ook delen van de publieke sector moeten er aan meedoen. En diensten van de overheid zelf gaan naar de markt. Zelfs de gezondheidszorg en het onderwijs krijgen de marktwerking als uitgangspunt. Waar dat gebeurd is, zijn de prijzen voor de burgers vaak veel hoger; en de kwaliteit houdt ook niet echt over!
De publieke sector is zo klein mogelijk en er wordt dus niet veel belasting betaald; de dienstverlening is daardoor zeer beperkt. De overheid voert alleen de zogenaamde ‘kerntaken’ uit: regulering, maar dan wel zo weinig mogelijk, defensie, stimulering van het bedrijfsleven en een flexibele arbeidsmarkt. Zo zullen er dan meer mensen een baan vinden of behouden; die kunnen dan de producten van het bedrijfsleven kopen.
‘Losers’
De positie van de werknemers is niet al te best: uitkeringen worden meestal voor een korte periode uitbetaald. En wie een uitkering wil krijgen, moet aan veel voorwaarden voldoen. Maar het Angelsaksische model zorgt wel voor groei van de economie. Het pakt alleen heel beroerd uit voor de mensen aan de onderkant van de samenleving. Grote aantallen van hen komen onder de armoedegrens terecht. In combinatie met globalisering en vrijhandel(sakkoorden) ontstaat zo een groeiende groep van ‘losers’ van die globalisering; en dat terwijl de rijken al maar rijker worden!