In 1976 stierf Mao Tse Tung; Deng Xiaoping kwam weer aan de macht. In de strijd met de zogenaamde ‘bende van vier’ wonnen de ‘gematigden’, waar Deng ook bij hoorde. Een jaar later werd hij vicepremier en vicevoorzitter van de Communistische Partij van China. In 1978 voerde Deng de ‘open deur politiek’ in. Het ‘kapitalisme met socialistische trekjes’. China als kapitalistisch land onder communistische leiding.

Copyright: Wikipedia
Het is vandaag de dag officieel ook nog altijd het beleid in China. Een briljante actie van Deng Xiaoping! Want China heeft daardoor een ongekende economische groei door gemaakt. Het land ontwikkelde zich tot de tweede economie van de wereld. Terugkijkend is Deng Xiaoping dan ook een van de grootse politici van de tweede helft van de twintigste eeuw. Maar dat wordt in de westerse wereld niet zo gezien.
Aan het einde van de 20e eeuw hoorde China bij de hardst groeiende economieën van de wereld. Sinds de opening van de Chinese markt is de handel met het buitenland in rap tempo omhooggaan. Vooral tussen 1990 en 1995! Toen liet de Chinese economie een zeer sterke stijging zien. De economie verdrievoudigde in vijf jaar tijd. Daardoor kwamen honderden miljoenen Chinezen boven de armoedegrens uit. China profiteerde zo van ‘globalisering’ en van vrijhandel! Daarom is het nu ook een van de grote voorstanders van deze zaken. Maar hoe verhoudt China zich tot de productiefactoren arbeid en kapitaal?

Copyright: Wikpedia
Eerst het kapitaal. De Chinese regering heeft een belangrijke stem in de banken. De grootste aandeelhouder is Central Huijin Investment Ltd. Dat is een staatsbedrijf. In de Bank of China heeft het 65%; en ook in de andere drie grote Chinese banken heeft Huijin grote belangen. Het bedrijf heeft zelfs geen commerciële activiteiten; het is houdstermaatschappij voor de Chinese staat. Zo houdt de Communistische Partij een sterke greep op het kapitaal. Chinese bedrijven zijn afhankelijk van de kredieten van deze banken. En zo kan de staat de kredietverlening naar eigen wensen sturen.
De staat bepaalt alles!
Het kapitaal is in China dus lang niet zo vrij als in het westen! En over de factor arbeid kunnen we kort zijn: de mensen in China hebben helemaal niks te zeggen. De staat bepaalt alles. En met de nieuw ‘sociale innovatie’, die er in China aan komt, wordt dat alleen maar erger. Het nieuwe systeem van sociale premies zal de controle van de staat op de mensen nog groter maken. Dat betekent dat het Chinese model kapitaal en arbeid als basis heeft. Blijft over de factor ‘grondstoffen’.

Het opvallende is dat China, onder de nieuwe leider Xi Jinping, de laatste jaren veel milieumaatregelen neemt. Hij doet dus veel aan het verbeteren van het milieu. Dat moet ook wel: in China is de lucht erg smerig. En dan vooral in de grote steden. Een schoner milieu is ook een groot voordeel voor de Chinese economie.
Zo heeft China op dit moment twee derde van de werkgelegenheid in de zonne-energie. Dat zijn bij elkaar 2,3 miljoen banen! Ook in de windenergie scoort het 44% van de banen wereldwijd. Zo krijg je de vreemde situatie, dat de factor grondstoffen, lees het milieu en de opwarming van de aarde, in China zeer belangrijk is. China kan zo het eerste land op de aarde worden, dat aan de wensen van groene politieke partijen en milieuorganisaties voldoet. En ook aan de factor grondstoffen aan de top van de driehoek! Het Chinese model kan zo trendsetter van de hele wereld worden.
Natuurlijk is dit in grote bedreiging voor de westerse democratie. Het neoliberalisme laat het kapitaal volkomen vrij; en de mensen kunnen toch (een beetje) mee beslissen over de politiek. Dit model van tegenwoordig kan onmogelijk concurreren met het Chinese model. Dat is (economisch) in alle opzichten superieur! China zal zo de sterkste economische macht in de wereld worden. Wat dat betekent voor de westerse democratie is moeilijk te zeggen. Maar het belooft niet zo veel goeds. De toenemende economische macht van China zal de westerse democratieën zo mogelijk dwingen om de democratie te verminderen.